CDA Maastricht: Al dan niet terechte zorgen over Maastrichtse kademuren
In een aantal media (Algemeen Dagblad van 28 december en 2 januari jl. en Binnenlands Bestuur van 30 december jl.) staan de laatste week artikelen waaruit blijkt dat er zorgen bestaan over technische staat waarin historische kademuren in diverse steden van ons land verkeren. Soms is de oorzaak van die zorgen dat de belasting door het verkeer (een paard en wagen in de tijd waarin de kademuren werden gebouwd, een zware vrachtauto of tram nu) zodanig is toegenomen dat de kademuren daar niet meer tegen bestand zijn en bezwijken. Soms is er sprake van de tand des tijds die houten funderingen of metselwerk aantastte.
Het AD verrichtte een onderzoek naar de mate waarin “slechte plekken” zijn geconstateerd. Maastricht is in dat onderzoek niet betrokken.
Maastricht heeft echter wel historische kademuren binnen haar grenzen. Denk aan de kademuren rond het Bassin en langs de Zuid-Willemsvaart, denk ook aan de Wycker oever langs de Maas. Slechte plekken kunnen overigens ook voorkomen in jongere kademuren zoals langs de Beatrixhaven. Het CDA vindt het van belang dat de Gemeente Maastricht een goed inzicht heeft in de mate waarin de (al dan niet historische) kademuren die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen, in een goede of slechte staat verkeren. Als er kademuren bij zijn die in slechte staat verkeren, dan kan dat immers tot hoge herstel- of vervangingskosten leiden en zelfs gevaarlijke situaties als gevolg hebben. De fractie van het CDA wil hierover meer duidelijkheid en heeft daarom, bij monde van raadsleden Peter Geelen en Henri Cortjens en burger-niet-raadslid Mat Brüll, de volgende vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht:
1. Heeft uw college kennis genomen van de inhoud van bovengenoemde publicaties?
2. Heeft uw college een beleidsplan omtrent kademuren en hoe actueel is deze?
3. Kan het college een overzicht geven van de kademuren die onder de verantwoordelijkheid vallen van de Gemeente Maastricht?
4. Als het antwoord op vraag 2 “nee” is, is het college dan bereid dat binnen afzienbare tijd op te (doen) stellen?
5. Vindt er regelmatig inspectie plaats van de technische staat waarin de Maastrichtse kademuren verkeren in relatie tot de belasting door het weg- en/of railverkeer dat er vandaag de dag overheen gaat respectievelijk door de schepen die er aan afmeren?
6. Als het antwoord op vraag 4 “nee” is, is het college dan bereid binnen afzienbare tijd een systematische inspectie uit te (doen) voeren?
7. Als het antwoord op vraag 4 “ja” is, van welk jaar dateren die inspecties en wat zijn daarvan de uitkomsten? Zijn er plaatsen waar maatregelen nodig zijn of waar eventueel gevaar dreigt?
8. Als maatregelen nodig zijn, hoe en wanneer wil het college die dan nemen? Hoe groot zijn de risico’s totdat die maatregelen voltooid zijn?