Grote veranderingen in kinderopvang en peuterspeelzalen; positief voor onze kinderen?
We vinden het allemaal vanzelfsprekend om onze kinderen naar de peuterspeelzaal of de kinderopvang te brengen. Voor de gemiddelde werkende ouder een grote uitkomst om hun kroost een paar dagdelen per week spelender wijze te laten kennis maken met sociale vaardigheden, een voorzichtig stukje voorschoolse opvang of naschoolse opvang om de kinderen een veilige warme plek te bieden terwijl wij hard aan het werk zijn. En voor kinderen in probleemsituaties vaak een eerste vangnet om hen te helpen op weg naar een goede toekomst. In onze wereld van vandaag verandert er veel en snel.Sociale voorzieningen, thuiszorg, onderwijs, en ook kinderopvang; alles wordt onder druk van “krimp” en “ontgroening ” onbetaalbaar. En dat argument wordt vaak gekoppeld aan: het moet beter en anders.
En het ís ook goed dat we ons van tijd tot tijd de vraag stellen doen we het nog wel goed en kan het anders of beter. Maar ook moeten we vaststellen dat veranderingen niet altijd tot verbeteringen leiden.
Met ingang van 01 januari 2018 treedt een nieuwe wet in werking; de Wet OKE. Bij de invoering van deze wet moeten peuterspeelzalen en kinderopvang geharmoniseerd zijn. Met andere woorden: peuterspeelzalen bestaan dan niet meer en de voorschoolse opvang en educatie wordt dan uitgevoerd door de kinderopvangorganisaties. Ook in Maastricht zitten we volop in dit proces van verandering. De vertrouwde peuterspeelzalen gaan op in de kinderopvangverblijven. Het eerste jaar verandert er niet zo veel, maar op langere termijn wel degelijk. Het onderwijs wordt omgevormd tot instituten waar de zg doorlopende leerlijn leidraad wordt. Van 2 – 13 moeten kinderen in een veilige omgeving zich kunnen ontwikkelen en leren. De zogenoemde Integrale Kind Centra. Minder scholen, maar beter verdeeld over de stad samen met andere “kindpartners”.
Zo’n proces van verandering raakt veel mensen; de kinderen, de ouders, de medewerkers van de peuterspelzalen, de vrijwilligers en uiteraard ook de medewerkers en organisaties van kinderopvang. Want die moeten het toch maar gaan doen.
Aanstaande dinsdag staat de harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang op de raadsagenda. De afgelopen weken is er fors gedebatteerd in de raad en met de organisaties over dit proces. Er zijn nog veel onzekerheden, wat betekent de verandering voor de ouders, voor de kinderen, voor het personeel. Waarom is de toelatingsleeftijd verhoogd van 2 naar 2,5 jaar en wat betekent dat dan voor ouders? Waarom moeten alle ouders een bijdrage gaan betalen en kunnen alle ouders wel een bijdrage betalen? Behoudt iedereen z’n baan en want gebeurd er met de vele vrijwilligers en hun kennis en ervaring. Steken de kinderopvangorganisaties hun nek uit voor een proces dat veel risico’s met zich mee brengt, en kunnen ze dat dragen met hun organisaties? En wat gebeurd er over een paar jaar? Nog minder kinderen, de IKC’s krijgen dan vorm , kunnen we het allemaal volgen?
Een taai proces waar al maanden door alle partijen hard aan wordt gewerkt. Alleen, de raad is er pas in een laat stadium bij betrokken. Voor de CDA fractie aanleiding om zeer kritisch naar het raadsvoorstel te kijken. Niet omdat we tegen harmonisatie zijn, niet omdat we de betrokkenheid van alle partijen wantrouwen. Maar wel omdat we vinden dat de raad de kaders moet stellen, omdat de raad een vergaande verantwoordelijkheid heeft om dit soort processen goed te kunnen bewaken en volgen. In ieders belang; de peuterspeelzaalorganisatie, de kinderopvangorganisaties, de medewerkers, de ouders en vooral toch in het belang van de kinderen. We kunnen het maar één keer goed doen, dat zijn we verplicht aan onze kinderen.